Ga naar main content
vilda-26199-knoflookpad-yves-adams-1900-px-55485.jpg
Yves Adams

Knoflookpad

Wie om de één of andere reden een paar dagen zou moeten onderduiken, kan vooraf best in de leer gaan bij de uiterst zeldzame knoflookpad. Zijn ondergrondse en ondergedompelde levenswijzen, zijn zwakke roep en zijn zorgvuldig uitgekozen verblijfplaatsen maken van dit mysterieuze amfibie een moeilijk te ontdekken verschijning…

kopie-van-europees-konijn-nl.png
Yves Adams

Herken de knoflookpad

(Pelobates fuscus)

Denk je toch een knoflookpad gevonden te hebben, maar ben je niet zeker? Check dan zeker de volgende kenmerken:

  • gedrongen, plompe pad-achtige kikker, 5 tot 7 cm groot
  • vrouwtje groter dan mannetje
  • gemarmerde rugtekening met bruingroene tot roodbruine vlekken
  • vaak rode of oranje vlekjes op de flank
  • uitpuilende ogen met goudkleurig netvlies en verticale pupil
  • harde en scherp gerande graafknobbel aan hiel van achterpoten
  • in het voorjaar maken mannetjes een zacht ‘klokk-klokk’ geluid onder water

Op het menu

Volwassen knoflookpadden zijn nachtactief. Ze eten voornamelijk kleine ongewervelden, zoals kevers, mieren, duizend- en miljoenpoten, larven en wormen. Omdat ze zelf op de grond leven, eten ze nauwelijks vliegende insecten. De larven van de knoflookpad teren eerst op hun dooier, maar schakelen nadien over op algen, watervlooien, aas en zelfs andere larven.

Leefgebied van de knoflookpad

Knoflookpadden zijn zeer kieskeurig wat hun habitat betreft: zonnige gebieden met voedselrijke plassen en een korrelige, losse zandgrond. Dat zijn typisch heidegebieden met waterpartijen en vennen, of plaatsen waar zandgronden grenzen aan beek- en rivierdalen. De combinatie van geschikt water- en landbiotoop is belangrijk, want ze voorziet in voortplantings-, zomer- en winterhabitat. Tijdens de voorplantingsperiode moeten volwassen knoflookpadden immers toegang hebben tot voedselrijke, heldere, niet te ondiepe en visvrije waterpartijen met voldoende onderwater- en oevervegetatie. Dat waterbiotoop is nodig voor de ontwikkeling van de larven. ’s Zomers graven knoflookpadden zich overdag tot 1 meter diep in in de zanderige grond en zijn ze ’s nachts actief. De winter overbruggen ze volledig ondergronds.

In België blijven slecht twee populaties in Limburg over: de ene in Peer, de andere 16 km verder in Zonhoven.

De knoflookpad graaft zich in
Rollin Verlinde
De knoflookpad graaft zich in

Knoflookpadliefde

Aan het begin van de voortplantingsperiode, rond eind maart, trekken knoflookpadden van het land naar grote, ondiepe en visvrije waterpartijen. Daar, vanop de bodem, beginnen de mannetjes een zacht klokkend geluid te produceren om een vrouwtje te lokken. Als dat lukt, klimt het mannetje op de rug van het vrouwtje en houdt haar stevig vast rond haar middel, net boven de achterpoten. Vanuit die ‘paargreep’ of amplexus houding, vindt uitwendige bevruchting plaats: het mannetje bevrucht de door het vrouwtje afgezette eisnoeren. Die snoeren van 1200 tot 3400 eitjes worden rond de onderwatervegetatie gewikkeld. Na 4 tot 10 dagen komen de larven uit de eitjes. Ze zijn donker van kleur, groeien snel en kunnen zeer groot worden: gemiddeld 10 cm, maar sommige zelfs tot 20 cm! Ze zwemmen net onder het wateroppervlak en duiken snel weg bij gevaar. Vanaf juli start de metamorfose en worden de larven juveniele knoflookpadden van 2 tot 4 cm groot. Ze verlaten dan ook het water en groeien uit tot volwassen exemplaren.

Relatie met de mens

Door hun hoge en specifieke habitatvereisten zijn knoflookpadden per definitie zeldzame verschijningen. Vanwege hun mysterieuze, verborgen levenswijze en hun zeer zwakke roep is het daarenboven niet eenvoudig hun populatiegroottes in te schatten en werd in het verleden vaak geen rekening gehouden met hun aanwezigheid. Ten gevolge daarvan zijn de weinige geschikte leefgebieden in het verleden vernietigd door de mens via bebossing en drooglegging van waterpartijen, waardoor de soort drastisch in aantal afnam. Bovendien zijn knoflookpadden zeer gevoelig voor dierlijke meststoffen die tot verzuring van water, habitatverlies en schimmelinfecties leiden.

Tegenwoordig staat de knoflookpad op de Rode Lijst voor Vlaamse amfibieën en reptielen onder de categorie ‘ernstig bedreigd’. In 2016 werd daarom het Soortbeschermingsprogramma Knoflookpad opgesteld om de soort van de ondergang de behoeden. Daarin wordt vooral gefocust op habitatherstel en gericht beheer van bestaande populaties. Van dat herstel profiteren ook andere Europees beschermde soorten zoals de kamsalamander, gladde slang, grauwe klauwier, nachtzwaluw en boomleeuwerik. Daarnaast kweken wetenschappers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) knoflookpadden in aquaria. Ze nemen eisnoeren uit de natuur en laten die ontwikkelen in de kweekinstallaties. De larven die er opgroeien hebben een grotere overlevingskans dan in de natuur en worden terug in de vijvers uitgezet als ze groot genoeg zijn.  

Wist je dat...

  • de knoflookpad eigenlijk geen echte pad is maar een pad-achtige kikker?
  • de knoflookpad geen kwaakblaas heeft zoals andere kikkers, maar enkel de keel gebruikt om geluid te maken?
  • aantallen van de knoflookpad in een bepaald gebied meestal uitgedrukt worden in 'aantal zingende mannetjes'?