Ga naar main content
de-zegge-kmda-jonas-verhulst-09102018-94.jpg
KMDA - Jonas Verhulst

Verleden, heden en toekomst van natuurreservaat De Zegge

In het noordoosten van Geel, ingeklemd tussen een lange rij boerderijen en een landelijke woonbuurt, ligt De Zegge: 120 hectare kwetsbare natuur die je alleen vindt als je er echt naar op zoek bent. Conservator Bert Veris doet er alles aan om deze verborgen parel te redden van droogte, niet alleen een gevolg van de klimaatverandering maar ook van aanhoudende pogingen om water uit het omliggende landbouwgebied te weren. 

Goed verstopt, dat is het minste dat je kan zeggen van dit natuurgebied in eigendom van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen (KMDA). Ik woon al jaren in de omgeving, maar heb het nog nooit met eigen ogen gezien. Een bezoek brengen kan enkel in groep en op afspraak, maar om zijn verhaal te doen op Onze Natuur maakt Bert graag een uitzondering. “We hebben hier een populatie aan ringslangen en die liggen graag te zonnen op de kort gemaaide paden. Is er een wandelaar in aantocht, dan schieten ze de bosjes in. Als er dag in dag uit wandelaars met mondjesmaat langskomen, vinden die slangen dus nooit de nodige rust. Komt er af en toe een groep langs, dan moeten ze zich slechts één keer uit de voeten maken.”

Links: conservator Bert Veris, rechts: broedhoop voor ringslangen
Links: conservator Bert Veris, rechts: broedhoop voor ringslangen

Een andere reden voor het toegangsverbod is de aanwezigheid van zeldzaam trilveen in De Zegge. Bert neemt me mee naar zo’n uniek plekje: “Trilveen is een kluwen van ineengestrengelde gras- en andere plantenwortels die op een waterpartij drijven. Het ziet eruit als een groene weide, maar als je erop gaat staan voelt het als een waterbed.” Op en neer deinend op het trilveen, geeft de conservator een demonstratie terwijl hij zijn betoog verder zet: “Zo’n trilveen is heel leuk om op te gaan staan, maar ook heel gevaarlijk. Wanneer je door een zwakke plek zakt, is het haast onmogelijk om er weer uit te klauteren. Daarom is het hier letterlijk van levensbelang om netjes op de paden te blijven.” Toch vindt Bert het belangrijk om regelmatig bezoekers te ontvangen in De Zegge. “Zo kunnen ze met eigen ogen zien hoe prachtig, maar ook hoe broos de natuur hier is. En waarom we zoveel moeite moeten doen om de opgebouwde natuur in stand te houden.”

Ooievaar broedt voor het eerst in De Zegge

De liefde voor ‘zijn’ Zegge is groot bij Bert. Na jarenlang als vrijwilliger het gebied te onderhouden, mocht hij in 1993 de fakkel overnemen van zijn voorganger. “Van je hobby je beroep maken en dan nog op zo’n mooie plek, daar kon ik geen nee tegen zeggen. Ik heb hier jarenlang alleen gewerkt, maar ondertussen krijg ik de hulp van twee collega’s. Samen zorgen we ervoor dat het hier goed toeven is voor fauna en flora. Dit jaar hebben we bijvoorbeeld voor het eerst een ooievaarsjong, een dankbaar cadeau voor alle inspanningen die we dagelijks leveren op het terrein.” 

De Zegge
KMDA - Jonas Verhulst

Eerste natuurreservaat van Vlaanderen kreunt onder droogte

Zo is de vicieuze cirkel rond: de klimaatverandering brengt onze waterhuishouding in de war en door een gebrek aan water komen er nog meer broeikasgassen in de lucht terecht. Maar hier is meer aan de hand, vertelt Bert. “Vroeger was hier zo’n 500 ha natuur te vinden, het Geels Gebroekt, dat een groot overstromingsgebied vormde voor de kronkelende Kleine Nete. Midden jaren ‘50 werd de rivier hier rechtgetrokken en pompte men een groot deel van het moerasgebied volledig droog om er (voor die tijd) hypermoderne boerderijen op te richten.”

“De overheid moest haar plannen echter bijsturen, want enkele jaren tevoren had de KMDA, tevens eigenaar van De Zoo en Planckendael, ten zuiden van die boerderijen 35 ha grond verworven. Dat was te danken aan de toenmalige KMDA-directeur, die als medeoprichter van de VZW Vogelreservaten (de voorloper van Natuurpunt) erg begaan was met natuurbehoud. De jonge VZW had onvoldoende middelen om het natuurgebied aan te kopen, waarna de directeur zelf geld op tafel legde voor het meest waardevolle stuk van het Geels Gebroekt. Met steun van de koninklijke familie zorgde hij ervoor dat dit gebied niet werd opgeofferd aan de landbouw. Zo ontstond De Zegge, het allereerste natuurreservaat van Vlaanderen.”

Luchtfoto van De Zegge
KMDA

De groei van de Zegge

De drooglegging was vanaf het begin voer voor discussie, want uiteraard leed het gloednieuwe reservaat onder die landbouwgerichte aanpak. “Op een gegeven moment kwam er het voorstel om het water vanaf de landbouwgronden rechtstreeks naar De Zegge te pompen. Maar dat water kwam van bemeste gronden, een regelrechte ramp voor onze soortenrijke natuur! Hoe armer de grond, hoe meer biodiversiteit, want als de bodem te rijk is, is er altijd één plant die begint te woekeren. Daarop hebben we zelf een dijk gebouwd langs het reservaat om dat water om te leiden: liever geen water dan water vol meststoffen.”

Doorheen de jaren werd het natuurgebied flink uitgebreid, o.a. met de hulp van bezorgde burgers, vertelt Bert: “Er dreigden nieuwe onteigeningen om het landbouwgebied uit te breiden, vlak naast het reservaat. Met een grote stickeractie in 1973 haalde mijn voorganger een paar miljoen Belgische frank op om het gebied te redden. We kregen ongelooflijk veel steun van de bevolking, die voor 20 frank 4 vierkante meter natuur ‘kocht’. Zo verdubbelde het reservaat in grootte. Later zijn we met stukjes en beetjes uitgebreid tot de huidige 120 ha. En als er nu nog gronden vrijkomen rondom het reservaat, dan worden die aangekocht door Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid.”

Hoe hou je het water in De Zegge?

Ondertussen zijn er verschillende ingrepen gebeurd om toch voldoende water in De Zegge te kunnen houden. “We hebben bijvoorbeeld een pomp geplaatst om het water dat via De Zegge richting Kleine Nete stroomt, te bufferen. Een deel van het gebied hebben we ingericht als een natuurlijk filterstation, waardoor het water op onze eigen grond wordt omgevormd tot ‘arm’ water dat bruikbaar is om het gebied te bevloeien.”

“Maar de voorbije jaren waren erg droog, we trekken het niet meer. Dus moeten er andere oplossingen komen. Het beste scenario zou zijn dat men stopt met het wegpompen van water uit het nabijgelegen landbouwgebied. Ze houden de grondwaterspiegel kunstmatig 80 cm onder het maaiveld, terwijl je even goed aan landbouw kan doen als het water slechts 30 cm onder het maaiveld staat. Misschien kunnen de boeren overschakelen op andere, waterminnende teelten zoals het kweken van lisdodden om isolatiemateriaal van te maken. Helaas valt die teelt voor onze wetgeving niet onder de noemer ‘landbouw’. De afzetmarkt is ook te klein, maar daar kan de overheid zeker iets aan doen: zou het niet beter zijn om onze bouwprojecten verplicht te isoleren met natuurlijk materialen?” 

Moederzaadbank

Voor wie langs de zijlijn toekijkt, lijken al die inspanningen misschien wat overdreven. Tot je in detail gaat kijken wat De Zegge allemaal te bieden heeft. “Onze gronden zijn nooit diep geploegd en vormen daarom een moederzaadbank voor heel veel terreinen in de buurt. Er staan veel rode lijst planten in De Zegge, die (bijna) nergens anders in de buurt voorkomen. Het klimopklokje was bijvoorbeeld verdwenen uit Vlaanderen, maar door beheerwerken kwam het hier plots weer tevoorschijn omdat het zaad nog aanwezig was in de ondergrond. Het waterlepeltje is nog zo’n soort die ondertussen in de meeste van onze poelen te zien is. Via dieren reizen de zaden van die zeldzame planten naar andere plekken, waardoor De Zegge de biodiversiteit in een veel groter gebied helpt opkrikken.”

Dromen voor De Zegge

Het liefst van al zou Bert de overheid zover krijgen om de landbouwgronden om te vormen tot een aanvulling van De Zegge. “Omdat De Zegge een Europees Natura 2000 gebied is, is de overheid verplicht om ervoor te zorgen dat wij onze instandhoudingsdoelstellingen kunnen behalen. Het is niet onze fout dat het gebied steeds droger komt te liggen en bovendien blijkt dat de pompgemalen die tegenover het gebied liggen niet eens vergund zijn. De VZW Actiegroep Leefmilieu Kempen (VALK) heeft dat aangekaart, de overheid moet in actie komen. Er is nu een vergunningenstop uitgevaardigd voor nieuwe landbouwactiviteiten, maar dat is onvoldoende. In een ideale wereld vormen we in de toekomst de bestaande landbouwgebieden om tot nog meer natuurgebied dat wél toegankelijk is voor publiek. Tijdens de coronacrisis is nog maar eens gebleken hoeveel nood daar aan is. Dat kost de overheid trouwens minder dan wat ze nu jaarlijks uitgeven aan landbouwsubsidies voor dezelfde oppervlakte. Ik weet niet of ik het zelf nog zal mogen meemaken, maar ik hoop van harte dat die wilde droom ooit zal uitkomen.” 

Meer over


Gerelateerde artikels