Ga naar main content
vilda-51837-blauwalgen-lars-soerink-1900-px-60889.jpeg
Lars Soerink

Impact van blauwalgen op de natuur

Op heel wat plekken in Vlaanderen drijft momenteel een dikke brij blauwalgen op stilstaand water. Hun gifstoffen kunnen ernstige gezondheidsklachten veroorzaken en iedereen weet dan ook dat je er beter niet gaat zwemmen of je hond van laat drinken. Maar wist je dat ook het waterleven zelf flink afziet van die overdreven algenbloei? 

Ere wie ere toekomt: laten we beginnen met vertellen dat wij ons leven te danken hebben aan blauwalgen. Qué? Deze primitieve bacteriën waren 3,5 miljard jaar geleden de eerste levensvormen op aarde die aan fotosynthese konden doen. Ze zijn dus verantwoordelijk voor het allereerste zuurstof in onze atmosfeer, waardoor ze de evolutionaire weg vrijmaakten voor de ontwikkeling van andere – hogere – organismen. 

Wat zijn blauwalgen?

Blauwalgen zijn taxonomisch gezien dus rasechte bacteriën, ze worden ook wel aangeduid onder de naam ‘cyanobacteriën’. Ze zijn van nature aanwezig in stilstaand water, maar kunnen in overdrive gaan wanneer het water lekker warm (20 - 30 °C) én voedselrijk is. Als de omstandigheden precies goed zitten, verdubbelen ze elke 24 uur in aantal. We spreken dan van een ‘blauwalgenbloei’ omdat ze als een dikke, slijmerige laag ophopen op het wateroppervlak. Soms hoort daar een indringende rioollucht bij, die zwemmen of drinken sowieso onaantrekkelijk maakt. Afhankelijk van de soort, kleurt de bacterielaag blauwgroen tot roodbruin. 

Waarom zijn blauwalgen zo gevaarlijk?

Veel bacteriën betekent ook veel bacteriesterfte en het is op dat moment dat blauwalgen een gevaar vormen. Bij het inruilen van het tijdelijke voor het eeuwige, komen gifstoffen vrij die heel wat schade kunnen aanrichten bij zowat alle diersoorten. Welke schade hangt af van het type bacterie want elke soort maakt zijn eigen (combinatie aan) gifstoffen. Grofweg kunnen we die indelen in vier categorieën: 

  • hepatotoxines: gifstoffen die de lever aantasten 
  • neurotoxines: gifstoffen die inwerken op het zenuwstelsel
  • dermatotoxines: gifstoffen die huidirritaties veroorzaken
  • cytotoxines: gifstoffen die specifiek inwerken op bepaalde celtypes

Je hoeft blauwalgen dus niet eens in te slikken om er last van te krijgen. De lijst van symptomen die veroorzaakt kunnen worden door blauwalgvergiftiging is dan ook erg lang: irritatie van ogen, slijmvliezen en huid, hoofdpijn, misselijkheid, braken, diarree, koorts, slaapzucht, spasmen, beven, epileptische aanvallen … Sommige blauwalg-toxines zijn zelfs zo giftig dat ze binnen enkele uren tot de dood leiden. Ons lichaam kan het gif immers niet afbreken en er bestaat geen tegengif. 

Indirecte gevolgen van een overvloed aan blauwalgen

Gifstoffen die door blauwalgen in het water terechtkomen, kunnen heel wat ellende veroorzaken bij de organismen die van datzelfde water afhankelijk zijn. Niet alleen zoogdieren zijn vatbaar voor de effecten, ook vogels, reptielen, amfibieën en zelfs vissen en ongewervelden kunnen geïntoxiceerd raken. Maar blauwalgenbloei is op nog meer vlakken desastreus voor het waterleven: 

  • Ze blokkeren invallend zonlicht in de diepere lagen van het water, waardoor plantengroei wordt afgeremd
  • ‘s Nachts verbruiken ze grote hoeveelheden zuurstof uit het water, waardoor andere organismen in de problemen komen met soms massale vissterfte tot gevolg
  • Ook de afbraak van een enorme biomassa aan afgestorven cyanobacteriën werkt zuurstofgebrek in de hand 
  • Minder zuurstof in het water is dan weer een voordeel voor Clostridium botulinum, een andere gevaarlijke bacterie in stilstaand water die het dodelijke botulisme veroorzaakt. 

Krijgen we in de toekomst vaker te maken met blauwalgproblemen?

Cyanobacteriën hopen zich vooral op wanneer het langdurig warm en zonnig is, op plaatsen waar veel voedsel in het stilstaand water zit. Vroeger was het een fenomeen van de late zomer, maar we zien alarmberichten steeds eerder in het seizoen verschijnen. Helaas is de mensheid daar mee voor verantwoordelijk. 

Je zag het al van ver aankomen dat de klimaatverandering ook hier iets in de pap te brokken heeft. Hoe hoger de temperaturen, hoe beter cyanobacteriën groeien. Maar er is meer aan de hand. Want deze gifproducerende organismen profiteren ook nog op een andere manier van extremen in het weer. 

Blauwalgen houden niet van bewegend water. Een flinke plensbui op z’n tijd is voldoende om hun populatie tijdelijk weer wat terug te dringen. Maar hoe langer aan één stuk hun waterige woonplaats wars blijft van rimpelingen, hoe meer de bacterie floreert. En als het dan in één keer heel hard regent, komt er nog een andere bevorderende factor in het spel. Op zo’n moment spoelen er een heleboel meststoffen rechtstreeks van het land het water in. En daar houden blauwalgen van, ze kunnen er beter en sneller mee weg dan de onschadelijke groene algen. 

Het lijkt er dus op dat blauwalgenbloei steeds meer bij onze zomers zal gaan horen, dus is elke inspanning om een overmaat aan nutriënten in onze wateren te weren van tel. Daar kan je zelf trouwens ook bij helpen, bijvoorbeeld door hondenpoep op te ruimen, geen watervogels te voederen en je tuin wat minder vaak te bemesten. 

Meer over


Gerelateerde artikels